Malika (31 jaar)

Zaakvoerder mobiliteitsbedrijf ‘Mobifiel’ & flex-ambtenaar Mobiliteit

Toen ik deze avond onze zoon Jon ging oppikken van school, vroeg zijn mentor me hoe het met mij ging. ‘Druk’, zei ik, ‘één van de mobiliteitsbedrijven is uit de samenwerking gezet. Een werknemer heeft gelekt dat ze via een hack consistent aangevraagde ritten hebben achtergehouden om er hun eigen wagens op af te sturen’.

Ik run namelijk een bedrijf van modulair personenvervoer op aanvraag. Alle lokale mobiliteitsbedrijven werken samen in één contract met het stadsbestuur. We delen info en klantenaanvragen met elkaar, waardoor we onze gezamenlijke pool aan wagens zeer efficiënt kunnen inzetten. Dat is goed voor de Gentenaar en het milieu.

De mobiliteitsdata wordt geanalyseerd door Artificiële Intelligentie, die het hele systeem aanstuurt. Maar deze week is dus ontdekt dat iemand binnen de samenwerking dergelijke info heeft achtergehouden voor eigen winst. Dat kunnen wij niet aanvaarden, we hebben besloten ze uit de samenwerking te zetten. We zijn al bezig met de heropstart van een nieuwe patch en een nieuwe partner, maar dat kan nog even duren. Tot dan doen wij overuren.

Aan het begin van het schooljaar legden alle ouders hun beschikbaarheid voor bijdragen aan schoolse activiteiten al eens uit aan de mentorgroep voor sociale dynamiek. Ik werk voltijds, dat wil zeggen: achtentwintig uur per week. Acht uur daarvan werk ik als flex-ambtenaar bij de mobiliteitsdienst van de stad. Daar kunnen ze mijn praktijkexpertise goed gebruiken. Maar nu zullen we dus even een tandje moeten bijsteken. Dat is geen probleem, ik doe het graag. Mobiliteit is bovendien belangrijk voor de leefbaarheid, ik haal veel voldoening uit mijn inzet op dat gebied.

Mijn vrouw Elisa werkt niet. Zij haalt voldoening uit haar hobby’s en uit de tijd met de kinderen. Ze gaat ook vaak helpen op school als één van de klasouders. Dat is mogelijk sinds het basisinkomen voor iedereen werd ingevoerd. Ze ziet er nu veel gelukkiger uit. Maar ik, ik moet kunnen bezig zijn en heb nood aan mijn eigen projecten.

‘Elisa komt deze week een aantal dagen helpen, niet?’, vraag ik aan Jons mentor. ‘Ja, klopt’, zegt de mentor, ‘Het komt goed uit ook, want we hebben veel plannen buiten het klaslokaal. We gaan naar de Overmeers om het ecosysteem te bestuderen én we gaan ook een keer de stad in om onze ontmoetings- en introductievaardigheden te oefenen’. ‘Klinkt tof’, zeg ik. Ik ga naar huis samen met ons zoontje. Ik kijk uit naar de maaltijd vanavond. Het is vrijdag, dan kijken alle buren in de gedeelde digitale keuken welke overschotten er nog in ieders koelkasten liggen. We verzamelen dan alles en maken een lekkere maaltijd voor de hele verdieping in de gemeenschappelijke keuken.

Altijd lekker, en gezellig samen!