Het is donderdag-controledag. Iets concreter: De Provinciale Toezichtscommissie Werk komt langs in de dorpen van ons district. Dan moet ik mijn vrouwelijke werknemers naar huis sturen en komen hun mannen, die vaak al een job hebben in de stad, vrijwilligerswerk verrichten.
Op die manier hebben de controleurs niet door dat ik de regels niet volg. Ze denken dat mijn hele landbouwbedrijf draait op vrijwilligerswerk van de dorpelingen, die daar bovendien ook burgercredits voor krijgen. Goed voor hen! Maar eigenlijk draait mijn bedrijf dankzij de vrouwen van het dorp, die 40u per week bij mij werken en daar ook naar betaald worden. Officieel mogen we niet meer dan 28u per week werken, maar daar komt de Vaentjes niet mee rond. Het kan mij niet schelen dat dat ‘oneerlijke concurrentie’ zou zijn. De vrouwen werken graag de volledige week en verdienen graag hun eigen geld.
De maatschappij wil dat ze thuis blijven, zoals een eeuw geleden. Er wordt vergeten hoe het werk en hun inkomen hen terug eigenwaarde geeft. De dorpelingen zijn de enigen die weten wat ik doe, maar zij knijpen een oogje toe, we hebben namelijk een goede verstandhouding.
Met de zonnepanelen en twee kleine windmolens die ik heb, genereer ik niet enkel genoeg energie voor mijn bedrijf, maar kan ik ook energie voorzien aan het hele dorp. En dan nog voor een veel lagere prijs dan de energie die van de kerncentrales komt. Het is een win-win voor iedereen. Ik kan op grotere schaal werken, de vrouwen hebben werk en inkomen, de mannen krijgen burgercredits voor werk dat ze slechts eenmaal per week doen en het hele dorp krijgt goedkope energie.
Er is natuurlijk niet enkel de fysieke controle op donderdag. Ook online worden onze werkzaamheden en de profielen van de werknemers constant bijgehouden. Maar daar heeft mijn zoon iets op gevonden. Hij studeert Nano prototpying en is een waar talent. Met gemak manipuleert hij alle relevante data die ons zou kunnen ontmaskeren. Het is illegaal, dat weet hij, maar het idee dat het familiebedrijf boven alles gaat zit er bij hem sterk ingebakken. Ik ben zo trots op hem.
Dit alles wil zeggen dat ik ook vandaag met een lach op mijn gezicht de toezichtscommissie kan ontvangen en rondleiden in het bedrijf, zonder de angst dat iets of iemand mij zal verraden.